We zetten de begeleiding in elke fase van de leerlijn op een rijtje. Via de titel kan er genavigeerd worden tussen fase 1, 2 en 3.
Begeleiding in fase I
Vanuit de opleiding krijgen studenten begeleiding van een praktijklector. De begeleiding bestaat uit instructie en ondersteuning tijdens de wekelijkse lessen in klasverband en een individueel feedbackgesprek na het eerste semester. Dit feedbackgesprek gaat over het schriftelijk examen en over het functioneren van de studenten tijdens de lessen.
Doorheen het academiejaar is de praktijklector het eerste aanspreekpunt voor alles wat het OPO Beroepspraktijk aangaat. We verwachten hierin initiatief van de studenten als dat nodig of wenselijk is. Als beginnend jeugdprofessional nemen de studenten het eigen leerproces in handen en tonen ze zelfstandigheid. Het is mogelijk dat de lector een studente aanspreekt wanneer deze zich zorgen maakt over of vragen heeft bij het functioneren in de klasgroep.
De tekst over de beroepshouding en het document ‘Evaluatiecriteria per kwadrant en per opleidingsfase’ -meer bepaald de beoordelingscriteria BP I - vormen bij de begeleiding het referentiekader.
Voor praktische vragen volgen de studenten het BBBB-principe. :
Begeleiding in fase II
Doorheen het traject BP II krijgen de studenten begeleiding van een beroepskracht op de stageplaats, de stagementor.
De mentor heeft gerichte ervaring, is voldoende aanwezig op de stageplaats en is houder van een bachelor- of masterdiploma (of gelijkwaardig door ervaring). Het spreekt voor zich dat de mentor een werkkracht is die sociaal- (ped)agogische en welzijnsgerichte taken vervult en voor de studente een inspiratiebron is met wie zij op regelmatige basis samenwerkt.
Vanuit de opleiding krijgen de studenten ondersteuning van een stagebegeleider. De begeleiding bestaat uit de twee formele gesprekken met de studenten en de mentor, (bij voorkeur) op de stageplaats, de ondersteuning tijdens de practica en -eventueel- bijkomende contactmomenten.
Begeleiding in fase III
Doorheen het traject BP III krijgen de studenten begeleiding van een beroepskracht op de stageplaats, de stagementor.
De mentor heeft gerichte ervaring, is voldoende aanwezig op de stageplaats en is houder van een bachelor- of masterdiploma (of gelijkwaardig door ervaring). Het spreekt voor zich dat de mentor een werkkracht is die sociaal- (ped)agogische en welzijnsgerichte taken vervult en voor de studenten een inspiratiebron is met wie zij op regelmatige basis samenwerkt.
Vanuit de opleiding krijgen de studenten ondersteuning van een stagebegeleider. De begeleiding bestaat uit de drie formele gesprekken met de studenten en de mentor, (bij voorkeur) op de stageplaats, de ondersteuning tijdens de practica en -eventueel- bijkomende contactmomenten.
Alle rechten voorbehouden | UC Leuven - Limburg